De degoe is een dier dat gelukkig niet zo heel snel ziek wordt.
Blijft je degoe stilletjes in elkaar gedoken zitten in een hoekje, dan is de kans groot dat het dier ziek is.
Een gezond exemplaar heeft een mooie gladde en regelmatige vacht, alhoewel oudere exemplaren wel iets pluizerig worden. De degoe heeft als hij gezond is oranje tanden. Een gezonde degoe is ook erg bewegelijk, zal snel nieuwsgierig reageren als er iemand in de buurt van de kooi komt en heeft heldere ogen.
Je kan daar zelf heel veel bijdragen aan de gezondheid van het dier door te zorgen voor een goede voeding en verzorging.

Zoals eerder gezegd, is de degoe gevoelig voor tocht. Als de degoe verkouden wordt of een longontsteking oploopt,   kan dat zelfs wel eens fataal aflopen. Zorg er dus voor dat de huisvesting op een goede, niet tochtige plek staat.
Je herkent een verkouden degoe aan een natte neus en het feit dat het dier begint te niezen. Komt er veel nattigheid uit de neus en/of ademt het dier moeilijk, neem dan contact op met een dierenarts. Die kan het
dier eventueel behandelen met antibiotica.

Een andere ziekte die de degoe makkelijk op kan lopen, is suikerziekte. Degoes hebben veel problemen met suikers in de voeding. Let daar dus goed op bij het samenstellen van het voedsel van je degoes (zie pagina over voeding). Als de degoe veel meer drinkt dan normaal en ook veel urineert is dat een aanwijzing dat de degoe suikerziekte heeft ontwikkeld. Zorg dan dat het dier genoeg fris drinkwater tot zijn beschikking heeft en geef geen enkel voedsel meer dat suiker bevat.
Vaak ontwikkelt een degoe die aan suikerziekte lijdt, ook problemen met de ogen. Het dier krijgt dan grauwe staar (zie foto rechts) en dat kan uiteindelijk zelfs tot blindheid lijden. Ga met het dier naar een dierenarts als het als gevolg van de suikerziekte erg ziek is.

Een gezonde degoe heeft niet erg veel vocht nodig. Bevalt het voedsel dat het dier krijgt teveel vocht, dan is er de kans dat hij diarree krijgt. Zorg er dan voor dat hij geen enkel vochthoudend voedsel meer krijgt. Geef het dier dan een tijdje droog brood of knäckebröd en verder uitsluitend hooi. Voor het drinken kan je de degoe dan wat lauwe kamillethee geven. Houd de huisvesting extra schoon en ga bij aanhoudende diaree (meer als 1 dag) naar de dierenarts.

Heeft een degoe kale plekken in de vacht en zit het dier veel te krabben, dan kan het zijn dat het dier last heeft van luizen of andere parasieten. Een dierenarts kan dan met een stukje tape een “monster” nemen van de huid en met behulp van microscopisch onderzoek bepalen om welke parasiet het gaat. Overigens lopen gezonde degoes niet snel een parasiet op.

Bij een gezonde degoe zijn de tanden oranje. Deze kleur ontstaat na een reactie van de enzymen in het lichaam van de degoe met de stof chlorofyl die van nature aanwezig is in groenvoer. Als de degoe witte tanden krijgt kan dit dus een teken zijn dat de degoe verkeerde voeding krijgt. Ook kleine infecties van de mond kunnen de witte kleur veroorzaken.
Ga er dus voor de zekerheid altijd mee naar de dierenarts.

Als de degoe teveel voedsel binnenkrijgt dat vet of olie bevat, kan het dier last krijgen van de lever. Dit is moeilijker te constateren dan veel van de bovengenoemde ziekten. Vaak heeft de degoe dan last van schommelingen in het gewicht. Vooral volwassen vrouwtjes lijken hier last van te krijgen. Wees dus altijd zorgvuldig bij het kiezen van het voedsel van de degoe.

Een aandoening waar sommige degoes last van kunnen krijgen, zijn de zogenaamde ‘horrelvoeten’. Het lijkt erop dat deze aandoening het gevolg is van het lang lopen op een ondergrond van gaas of spijlen, zoals in een looprad.
De degoes hebben dan last van gezwollen, ontstoken voetjes die pijnlijk kunnen zijn. Het is te herkennen aan het moeilijk kunnen lopen en klimmen van het dier, als gevolg van de pijn. Dit is te voorkomen door geen ondergrond van gaas te gebruiken. Wil je een looprad, gebruik dan een looprad bekleed met karton of een kant-en-klaar dicht looprad.